Naar de hoofdstad Vientiane

25 januari 2020 - Vientiane, Laos

Dag 10: Van Vang Vieng naar Vientiane

Om acht uur naar de bus gewandeld en op weg. Het valt weer op hoe veel afval in de bermen ligt. Voornamelijk plastic. Ook zien we veel niet afgemaakte gebouwen. Vaak alleen een eenzaam ogend betonskelet. We reden een afwisselende route door een bergachtig gebied. Om ongeveer half elf een koffiestop. Daarna zijn we gestopt bij een vissersdorp aan de uitloper van een groot stuwmeer. Langs de weg werden veel soorten vis verkocht. Perry verbood het kopen van gefermenteerde vis en meenemen in de bus. Het water in het stuwmeer stond heel laag.

Onderweg vertelde de gids e.e.a. over Laos. Zoals gewoonlijk was hij heel slecht te verstaan. Het enige wat we begrepen is dat Laos laidback is. Ook Perry gaf uitleg over Vientiane. Een hoofdstad met 800.000 inwoners. Voornamelijk laagbouw waardoor het een uitgestrekte stad is met een wat dorpse aanblik.

Onderweg zagen we verschillende stukken spoordijk en viaducten van de spoorweg die door de Chinezen wordt aangelegd. De spoorweg gaat van Yangshuo in China via Luang Prabang en Vientiane naar de Thaise kust lopen. En is zowel voor personen- als voor goederenvervoer bedoeld.

Opvallend hoe stoffig alles onderweg is. Veel goed uitziende huizen in een, denken wij, Franse koloniale stijl. Met mooie smeedijzeren hekken en veel pasteltinten. Men houdt van opsmuk. Daarnaast veel rommelige en armoedige huizen. Het lijkt alsof niets is tussen rijk en arm.

In Vientiane ging het grootste deel van de groep met de bus naar het Boeddhapark (Xieng Khuan) ongeveer 30 km buiten de stad. Ze zouden eerst de Wat Si Saket tempel aandoen en op de terugweg nog langs twee andere bezienswaardigheden.

Wij zijn in Vientiane gebleven en hebben te voet de binnenstad verkend. Eerst de Wat Si Saket bezocht. De oudste tempel van Vientiane. Met een unieke kloostergang en mooie muurschilderingen in de tempel.

Daarna zijn we op zoek gegaan naar de ‘natte markt’ voor groenten, vlees en vis. Die moest voorbij het busstation zijn. Maar daar werd een groot kantoorcomplex voor een Chinese firma gebouwd. Het winkelcomplex Talat Sao was niet te missen. Heel groot met heel veel winkels over meerdere verdiepingen. Elektronica, veel juwelierszaken en veel stoffen en kledingwinkels. Dit is wel de plek waar Laotianen komen. 

Even verder de bakstenen That Dam bekeken en gefotografeerd. Het is een 16e eeuwse Boeddhistische stupa ook wel de zwarte stupa genoemd. 

Verder gelopen naar de Mekong die langs de stad stroomt. De avondmarkt werd al langs de boulevard opgebouwd. De Mekong zelf was amper te zien want deze ligt honderden meters van de boulevard af.

En toen was het tijd voor een ijskoffie bij Joma. Ook hier is een vestiging van deze koffiezaak en bakery.

In het hotel uitgerust opgefrist. Thee gedronken nadat er een waterkoker was gebracht. Om zes uur met de reisgenoten de stad in waar we in een leuk restaurant gegeten hebben. Afgesloten met koffie. En ja natuurlijk weer bij Joma.

Morgen hebben we een lange reisdag dus na het bijwerken van dit verslag doen we gauw het licht uit.

Foto’s

1 Reactie

  1. Marian en Frank:
    25 januari 2020
    Gelukkig lees ik dat er ook af en toe rust is. Heerlijk, tenslotte zijn jullie ook op vakantie.